Wabi-sabi is een lastig te definiëren Japans begrip. Afhankelijk van hoe u het wilt interpreteren, is het een op het boeddhisme geïnspireerde, esthetische theorie over vergankelijkheid en dood, of een stijlgenre voor design. In dit artikel verdiepen we ons in het begrip wabi-sabi. We onderzoeken de geschiedenis ervan en ook wat wabi-sabi waarschijnlijk niet is.
WAT IS WABI-SABI?
Wabi-sabi, vaak ‘de Japanse kunst van wabi-sabi’ genoemd, is veel meer dan een kunstvorm. Simpel gesteld, is het een vorm van esthetische waardering voor de natuur en de natuurlijke effecten van tijd. Vanuit dat oogpunt is de kunst van wabi-sabi iets wat dit in het ontwerp weerspiegelt.
Romanschrijver Richard Powell legt het als volgt uit: “Wabi-sabi koestert alles wat authentiek is, door te erkennen dat er drie simpele waarheden zijn: niets is voor eeuwig, niets is af en niets is perfect”.
De belangrijkste kenmerken van de esthetiek van wabi-sabi zijn: asymmetrie, oneffenheid, eenvoud, zuinigheid, soberheid, bescheidenheid, intimiteit en waardering voor natuurlijke objecten en krachten.
Is het dan mogelijk om iets in de stijl van wabi-sabi te ontwerpen? Dat is een belangrijke vraag. Als we kijken naar de idealen waar wabi-sabi zich op richt, kan het gebeuren dat iets wat men bewust in stijl van wabi-sabi wil ontwerpen, gekunsteld overkomt en het doel voorbij schiet. Daarover later meer.
WAT BETEKENEN DE WOORDEN ‘WABI’ EN ‘SABI’?
We kunnen deze woorden niet rechtstreeks vertalen naar het Nederlands. Net als bij veel andere woorden, is de Japanse betekenis ervan mettertijd veranderd.
WABI
In eerste instantie verwees ‘wabi’ naar de eenzaamheid en isolatie van het leven in de natuur, ver weg van de maatschappij. Of dit oorspronkelijk semantische implicaties van wijsheid had, is onduidelijk. Toch is dat in de loop van de tijd ontstaan. Uiteindelijk is de betekenis van de term zo veranderd dat deze nu wordt gebruikt voor rustieke eenvoud, schoonheid, stilte en frisheid.
SABI
‘Sabi’ betekent oorspronkelijk zoiets als ontspannen, schraal of verwelkt. Aan de term sabi ontlenen we dus het aspect vergankelijkheid en de waardering voor de effecten van de tijd. Maar net zoals bij wabi, heeft ook sabi inmiddels een meer positieve bijklank. Het kan nu ook verwijzen naar de wijsheid die met de jaren komt en de schoonheid van gebreken en reparaties.
WABI-SABI ALS STATUSSYMBOOL
Meestal neemt de hippe elite interessante filosofische en artistieke idealen over. Dat gebeurt niet alleen vandaag de dag, maar het gebeurde ook in het oude Japan. Ongeveer 700 jaar geleden adopteerde de Japanse adel het begrip wabi-sabi als onderdeel van het bereiken van satori – verlichting.
Het idee hierachter was dat verlichting onmogelijk was, tenzij een persoon het voorbijgaan van de tijd kon waarderen en aanvaarden. Wabi-sabi hielp hen om vrede te vinden in de eigen sterfelijkheid en het tegelijkertijd te dragen als deken van wijsheid en satori.
“Wabi-sabi koestert alles wat authentiek is, door te erkennen dat er drie simpele waarheden zijn: niets is voor eeuwig, niets is af en niets is perfect.” —Richard Powell
DE OORSPRONG VAN WABI-SABI
Zoals met veel Oosterse, en met name boeddhistische, tradities zijn ze tegenwoordig (tenminste in het Westen) verbasterd tot vage en positieve filosofieën. En dat is in essentie onjuist; ook bij wabi-sabi.
Laten we ons niet uitsluitend op de woorden richten, maar op het algemene idee erachter. Dan zien we dat wabi-sabi afkomstig is van boeddhistische opvattingen over sanboin (vluchtigheid), mujo (lijden), en ku (leegheid of de afwezigheid van het ik). Dit zijn, volgens de oude boeddhistische traditie, in feite de drie kenmerken van het bestaan.
Dus in feite gaat wabi-sabi om de aanvaarding van imperfectie, vergankelijkheid en, in essentie, de dood.
WAT IS WABI-SABI NIET?
We weten nu dat wabi-sabi in wezen de aanvaarding is van natuurlijke krachten en van ons eigen onvermogen om ze tegen te houden. Is het dan mogelijk dat design daadwerkelijk wabi-sabi is?
Er zijn veel ontwerpers die zichzelf als wabi-sabi designers zien. Waarschijnlijk zijn ze opzettelijk abuis of ze missen het punt. Het vlakschuren van een kast zodat deze er ‘distressed’ of verweerd uitziet, heeft niets met wabi-sabi te maken. Het is namelijk geen aanvaarding van vergankelijkheid, maar een kunstmatige imitatie daarvan.
Bij wabi-sabi lijkt het eerder om de waardering van dat oude kastje te draaien, ook al is deze niet meer in perfecte conditie.
Veel Japanse kunst en design die voor wabi-sabi doorgaat, is gericht op eenvoud en het gebruik van natuurlijke materialen, zoals klei en rijstpapier. Door dergelijke materialen te gebruiken en te werken met traditionelere methodes, lukt het beter om iets te ontwerpen dat de kern van wabi-sabi raakt.
Maar uiteindelijk gaat het bij wabi-sabi, net als in het boeddhisme zelf, om het loslaten en aanvaarden dat we geen controle hebben. Dus in feite is elke poging om dit te scheppen in tegenstrijd met de diepste intentie.
Net als bij alle filosofische ideeën komt het erop neer hoe we de woorden interpreteren. In dit geval: of u zich schikt naar het oude boeddhisme, of naar de recentere Japanse adel.