Het grammaticaal geslacht begrijpen: waarom uw stoel mannelijk of vrouwelijk kan zijn

Steven Mike Voser
W
Weet u nog dat u in de Spaanse les zat en zich afvroeg hoe jam een zij kan zijn? In dit artikel gaan we diep in op het grammaticaal geslacht en proberen we duidelijk te maken waarom dit voor Engels sprekenden zo lastig is.

Is het Engels uw moedertaal? Zo ja, denk dan eens terug aan de lessen op de middelbare school. Zie uzelf weer zitten in de Franse, Spaanse, Italiaanse of Duitse les. Was u ook verbluft door het idee dat levenloze objecten, zoals stoelen, tafels, glazen en borden, mannelijk dan wel vrouwelijk kunnen zijn? Zo ja, dan was u absoluut niet de enige. Het grammaticaal geslacht dat heel gebruikelijk is in een aantal talen, is iets waar Engelse sprekers veel moeite mee hebben. In dit artikel gaan we diep in op het grammaticaal geslacht, wat het is en hoe het een taal beïnvloedt. Ook bekijken we enkele van de vele talen in de wereld die een bepaalde vorm van het gendersysteem gebruiken.
 

WAT IS HET GRAMMATICAAL GESLACHT?

Het grammaticaal geslacht (soms ook wel woordgeslacht genoemd) verwijst, vrij letterlijk, naar grammaticale systemen waarbij bepaalde zelfstandige naamwoorden met een geslacht worden aangeduid. In wezen is dit de reden dat een aardappel vrouwelijk is in het Spaans (la papa) en een stoel mannelijk in het Duits (der Stuhl). Het kan een moeilijk concept zijn voor native, eentalige Engels sprekenden om te begrijpen. Toch komt het woordgeslacht eigenlijk veel vaker voor dan u zou denken. Ongeveer de helft van alle talen die tegenwoordig worden gesproken, heeft namelijk een soort van formeel linguïstisch gendersysteem. We vermelden een aantal van deze talen later. Laten we eerst kijken naar het woordgeslacht zelf, hoe het werkt en hoe het de manier beïnvloedt waarop een taal wordt gesproken.
 

 

HOE BEÏNVLOEDT HET GRAMMATICAAL GESLACHT EEN TAAL?

Het grammaticaal geslacht betekent eenvoudigweg dat zelfstandige naamwoorden in een specifieke taal een bepaald geslacht krijgen. (Zoals het voorbeeld van de aardappel en de stoel van hierboven.) Sommige talen gebruiken slechts twee linguïstische geslachten, mannelijk en vrouwelijk (dit zijn het Frans, Italiaans, Spaans en meer). Bij andere is dat echter drie; mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Dit zijn bijvoorbeeld het Duits, Pools en Russisch. Sommige inheemse Afrikaanse talen kunnen tot wel twintig verschillende geslachten hebben. Een voorbeeld hiervan is het Fulfulde (afkomstig uit de regio’s van het hedendaagse Congo en Niger). In talen met een formeel gendersysteem beïnvloedt het geslacht van een specifiek object direct de structuur en volgorde van omringende woorden. Zo kan in het Spaans het geslacht van een zelfstandig naamwoord van invloed zijn op de bijvoeglijke naamwoorden, deelwoorden en artikelen in dezelfde zin. Hier een voorbeeldzin in het Spaans:

  • De nieuwe tafel ziet er erg mooi uit in de keuken.

Of

  • La mesa nueva quedó muy linda en la cocina.

Tafel, (of mesa) is een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. Vandaar dat we kunnen zien dat het lidwoord (la) en de bijvoeglijke naamwoorden die het beschrijven (nieuw, of nueva, en mooi, of linda) ook vrouwelijk zijn. Als we dit zelfstandig naamwoord wijzigen in bijvoorbeeld een bank, (sillón, mannelijk), ziet de zin er als volgt uit:

  • El sillón nuevo quedó muy lindo en la cocina.

Vervangen we het vrouwelijke zelfstandig naamwoord door een mannelijk zelfstandig naamwoord? Dan kunnen we zien dat het artikel en de bijvoeglijke naamwoorden ook mannelijk worden.
Hier is nog een voorbeeld. Vergelijk de volgende twee zinnen:

  • Mi primo siempre usa pantalones muy apretados (mijn neef draagt altijd hele strakke broeken), en;
  • Mi primo siempre usa remera muy apretadas (mijn neef draagt altijd hele strakke T-shirts).

Ook hier kunnen we zien dat het geslacht van het zelfstandig naamwoord, eerst mannelijk (pantalones, of broek) en dan vrouwelijk (remeras, of T-shirt), het adjectief dat het beschrijft, verandert (apretados/as, of strak). Dit is iets waar de meeste Engelstaligen moeite mee hebben wanneer ze voor het eerst een nieuwe taal gaan leren met een gendersysteem. Ze moeten niet alleen wennen aan het idee dat een levenloos object zowel mannelijk als vrouwelijk kan zijn. Ze moeten er namelijk ook rekening mee houden dat het geslacht van een woord de rest van de zin kan beïnvloeden. Daarnaast kan het geslacht ook de betekenis van een zelfstandig naamwoord volledig veranderen. Zo kan papa in het Spaans paus betekenen als het mannelijk is of aardappel als het vrouwelijk is. Dit, in combinatie met het vorige, is voor Engelstaligen zeer verwarrend.
 
Dit, in combinatie met het vorige, is voor Engelstaligen zeer verwarrend.
 

WAT ALS ER MEER DAN TWEE GESLACHTEN ZIJN?

Zoals we eerder al zeiden, kennen sommige talen meer dan alleen het vrouwelijke en mannelijke geslacht. Duits, bijvoorbeeld, heeft zowel vrouwelijke als mannelijke zelfstandige naamwoorden. Deze worden voorafgegaan door een artikel dat ofwel vrouwelijk (die) of mannelijk (der) is. Het Duits kent echter ook een derde geslacht; onzijdig. Het is niet ongebruikelijk dat een taal meer dan twee linguïstische geslachten heeft. Wel is het interessant dat in het Duits meervoudsvormen bijna altijd het vrouwelijk geslacht behelzen. Ongeacht wat het geslacht is van het betreffende zelfstandige naamwoord. Hier enkele voorbeelden:

  • Stoel is een mannelijk zelfstandig naamwoord in het Duits (der Stuhl). Auto is onzijdig (das Auto) en koffiezetapparaat is vrouwelijk (die Kaffeemaschine).

In het meervoud worden al deze zelfstandige naamwoorden echter vrouwelijk. Daarbij worden ze voorafgegaan door het vrouwelijk voornaamwoord (die). Dus: “Der Stuhl” wordt “die Stühle”, “das Auto” wordt “die Autos” en “die Kaffeemaschine” wordt “die Kaffeemaschinen”.
 

WELKE TALEN GEBRUIKEN HET WOORDGESLACHT?

Zoals we eerder al zeiden, is het woordgeslacht heel gebruikelijk in veel talen. Hier enkele talen die het woordgeslacht gebruiken:
 

INDO-EUROPESE TALEN

Het woordgeslacht is heel gebruikelijk in veel Indo-Europese talen, waaronder het Latijns, Spaans, Frans, Portugees, Russisch en Duits. Engels is duidelijk een uitzondering, maar dat was niet altijd het geval. Het Oudengels had een formeel gendersysteem dat erg op dat van het Duits lijkt. Hierbij werden zelfstandige naamwoorden in drie geslachten gegroepeerd. Brycg (of brug) was bijvoorbeeld vrouwelijk, wifmann (of vrouw) was mannelijk en scip (of schip) en ealu (ale) waren beide onzijdig. Dit veranderde echter in de loop van de tijd. In de 12e eeuw was het Oudengels verdwenen en vervangen door het Middelengels, het vroeg-modern Engels en ten slotte door het Moderne Engels dat tegenwoordig wordt gesproken.
 

INDO-ARISCHE TALEN

Sommige Indo-Arische talen, zoals het Punjabi, Hindi en Romani, kennen een standaard linguïstisch gendersysteem dat vergelijkbaar is met dat van Indo-Europese talen, zoals het Spaans en Italiaans. Het Bengaals heeft echter geen grammaticaal geslacht.
 
Het Bengaals heeft echter geen grammaticaal geslacht.
 

SLAVISCHE TALEN

De meeste Slavische talen, zoals het Pools, Russisch, Bosnisch, Kroatisch, Servisch en Slowaaks, gebruiken een systeem met drie geslachten dat vergelijkbaar is met dat van het Duits. Dus met mannelijke, vrouwelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden.
 

SEMITISCHE TALEN

Het Arabisch, Amhaars, Aramees en Hebreeuws (Semitische talen) kennen een linguïstisch gendersysteem met mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden.
 

GERMAANSE TALEN

Germaanse talen, zoals het Nederlands, Deens, Zweeds en Noors, gebruiken een neutraal gendersysteem. Zo zijn in het Nederlands mannelijk en vrouwelijk samengevoegd in wat een gemeenschappelijk geslacht wordt genoemd. Sommige Nederlandstaligen gebruiken echter nog steeds genderspecifieke artikelen. Het Deens kent daarentegen vier gender-artikelen, maar slechts twee geslachten voor zelfstandige naamwoorden. Zweeds is hetzelfde, met een duidelijk onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk voor mensen en dieren. Sommige dialecten hebben ook het gebruik van geslacht voor zelfstandige naamwoorden behouden.
 

HET BASKISCH

Het Baskisch, de moedertaal in Baskenland, is een vreemde taal omdat het bijna niets te maken heeft met de vele andere talen in Europa. Het kent een linguïstisch gendersysteem. Toch verschilt het heel erg met dat van andere Europese talen. Het Baskisch (en andere talen, zoals het Elamitisch, Georgisch en vele Inheemse Amerikaanse talen) kent geslachten voor zelfstandige naamwoorden op basis van animisme. In deze talen hangt het geslacht van een zelfstandig naamwoord af van het feit of iets levend of levenloos is.
 

HET GRAMMATICAAL GESLACHT BEGRIJPEN

In dit artikel hebben we geprobeerd om het woordgeslacht beter te begrijpen. Iets wat Engelse sprekers gek maakt als ze een nieuwe taal proberen te leren. Hopelijk heeft u nu een duidelijker beeld van hoe het grammaticaal geslacht werkt. Ook hopen we dat u nu weet waar het vandaan komt en hoe het een taal kan beïnvloeden. Helaas hebben we geen tips voor het leren van het grammaticaal geslacht bij het onder de knie krijgen van een nieuwe taal. In sommige talen moet u letten op specifieke artikelen of achtervoegsels. Deze kunnen het geslacht van een zelfstandig naamwoord voorspellen. Zo zijn in het Spaans de meeste woorden die eindigen op -a vrouwelijk. En de begrippen die op -o eindigen, zijn meestal mannelijk. Maar pas op; er zijn veel uitzonderingen op deze regel. (Zoals planeta of planeet, een woord dat mannelijk is ondanks dat het eindigt op -a.) Afgezien daarvan kunnen we alleen maar aanraden om te oefenen, oefenen en nog meer te oefenen. Dus, veel plezier met oefenen!